8. Actoren onder de zorg van de Minister van Verkeer en Waterstaat
8.1. Actor: Minister van Verkeer en Waterstaat c.q. Rijksluchtvaartdienst
8.1.1. BELEID
Nationaal niveau
Beleidsvorming
450.
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product: Beleidsplannen, beleidsnotities en -nota’s, verslagen van vergaderingen
Waardering: B 1
Wet- en regelgeving
451.
Handeling: Het voorbereiden, evalueren, wijzigen en intrekken van wet- en regelgeving op het terrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Producten: o.a.:
– Wet van 18 juni 1992, houdende algemene regeling met betrekking tot het luchtverkeer (Wet Luchtverkeer), Stb. 368;
– Wet van 29 april 1999, houdende wijziging van de Wet Luchtverkeer (luchtvaartuigen en vluchtuitvoering) (= Wet luchtvaart)
Waardering: B 1
452.
Handeling: Het leveren van bijdragen aan wet- en regelgeving op gebieden rakend aan de burgerluchtvaart, waarvoor andere Ministers eerstverantwoordelijk zijn
Periode: 1945–
Bron: gegevens Centrale Archiefselectiedienst (CAS)
Waardering: V 10 jaar
(20)
Handeling: Het stellen van nadere regels krachtens amvb m.b.t het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product: (de totstandkoming van) AmvB
Opmerking: Voorbeelden van onderwerpen van AMvB’s zijn de algemene technische en vliegveiligheid (B), de plaats en wijze van aanbrenging van nationaliteits- en inschrijvingskenmerken op burgerluchtvaartuigen (B), de veiligheid en efficiënte afhandeling van het luchtverkeer (B), eisen en voorwaarden aan vervoer waarvoor geen vergunning is vereist (B), de (grens)waarden voor de maximaal toegelaten geluidsbelasting voor woningen e.a. geluidsgevoelige gebouwen binnen en buiten de geluidszone (B), tarieven voor het gebruik van luchtvaartterreinen en opstallen (havengeld) (B).
Waardering: B 5
453.
Handeling: Het vaststellen, wijzigen of intrekken van Ministeriële regelingen aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: (1937) 1945–
Opmerking: Hieronder vallen bijvoorbeeld Ministeriële regelingen betreffende geluidwerende voorzieningen binnen de geluidszone; hogere waardes dan de maximaal toelaatbare geluidsbelasting door de luchtvaart voor geplande of in aanbouw zijnde gebouwen binnen de geluidszone rond luchtvaartterreinen.
Waardering: B 5
454.
Handeling: Het vaststellen, wijzigen of intrekken van aanwijzingen, voorschriften, richtlijnen, reglementen, beleidsregels, verordeningen of instructies aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: B 4, 5,6: regels over onderwerpen zoals bijvoorbeeld:
– waarborging veiligheid en ordehandhaving op luchthavens, bijvoorbeeld:
a) uitvoering Luchtvaartrampen/-ongevallenwet;
b) inrichting en onderhoud voorzieningen;
c) beperken luchtvaart boven Nederland om redenen van openbare veiligheid)
d) Basisveiligheidsreglementen (BVR’s) koepelorganisaties van sportvliegclubs
– waarborging veiligheid vliegtuigen, bijvoorbeeld:
a) stellen van eisen aan prestaties van het vliegtuig;
b) stellen van eisen aan waarschuwingsinstallaties ter voorkoming van botsingen
– geluidshinder
– aanwijzen en inrichten luchtverkeersgebieden, -terreinen en verkeersleidingsgebieden, bijvoorbeeld:
a) luchtverkeersroutes, bebakening en verlichting
b) luchtverkeersprocedures, waaronder naderings-, vertrek- en wachtprocedures
– toelating (buitenlandse) toestellen boven Nederlands grondgebied
– buitengewone omstandigheden, bijvoorbeeld:
a) verbod op burgerluchtvaart in buitengewone omstandigheden
b) beperkingen of verboden op luchtvaart boven bepaalde delen van Nederland om redenen van militaire noodzaak;
V, 10 jaar na wijziging of intrekking voor onderwerpen zoals bijvoorbeeld:
– gedetailleerde beschrijvingen inrichting vliegtuigen en stations, bijvoorbeeld:
a) nadere voorschriften en aanwijzingen voor gebruik radio-electrische zendinrichtingen en stations
b) bouw, onderhoud, revisie, herstel luchtvaartuigen
c) belading
– coördinatieregelingen inzake de opsporing en redding van op zee in nood verkerende bemanningen en passagiers van luchtvaartuigen en schepen
– regelingen voor personeel werkzaam op toestellen
V, 5 jaar na intrekking voor regels over tarieven
Onderzoek
455.
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne en externe (wetenschappelijke) studies betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Bron: Bijvoorbeeld: Jaarplan programma Luchthavens i.o. 2005
Opmerking: Als sinds 1993 loopt er onderzoek naar de effecten van de slaapverstoring rond Schiphol. In het RIO 1930–1994 wordt dat slaaponderzoek al vermeld, maar de handeling heeft daar als einddatum 1993. Het onderzoek loopt echter nog steeds. Deze handeling is breder omdat ook ander gezondheidskundig onderzoek mogelijk is.
Waardering: Opdrachtverstrekking en eindproduct: B 5
Overige neerslag: V 5 jaar
456.
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Bron: Bijvoorbeeld: Jaarplan programma Luchthavens i.o. 2005
Opmerking: Als sinds 1993 loopt er onderzoek naar de effecten van de slaapverstoring rond Schiphol. In het RIO 1930–1994 wordt dat slaaponderzoek al vermeld, maar de handeling heeft daar als einddatum 1993. Het onderzoek loopt echter nog steeds. Deze handeling is breder omdat ook ander gezondheidskundig onderzoek mogelijk is.
Waardering: V 5 jaar
457.
Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Bron: Bijvoorbeeld: Jaarplan programma Luchthavens i.o. 2005
Opmerking: Als sinds 1993 loopt er onderzoek naar de effecten van de slaapverstoring rond Schiphol. In het RIO 1930–1994 wordt dat slaaponderzoek al vermeld, maar de handeling heeft daar als einddatum 1993. Het onderzoek loopt echter nog steeds. Deze handeling is breder omdat ook ander gezondheidskundig onderzoek mogelijk is.
Waardering: V 7 jaar
458.
Handeling: Het begeleiden en vaststellen van intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Bron: Bijvoorbeeld: Jaarplan programma Luchthavens i.o. 2005
Opmerking: Als sinds 1993 loopt er onderzoek naar de effecten van de slaapverstoring rond Schiphol. In het RIO 1930–1994 wordt dat slaaponderzoek al vermeld, maar de handeling heeft daar als einddatum 1993. Het onderzoek loopt echter nog steeds. Deze handeling is breder omdat ook ander gezondheidskundig onderzoek mogelijk is.
Waardering: V 5 jaar
Advisering
459.
Handeling: Het opstellen van een advies voor de Minister en/of staatssecretaris en/of departementleiding aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling betreft interne advisering, adviezen opgesteld door de diverse directies binnen het Ministerie. Voor externe advisering, zie handeling 516
Waardering: B 5
460.
Handeling: Het adviseren van andere Ministers aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: B 5
Het voeren van (structureel) overleg
Interdepartementaal overleg
461.
Handeling: Het voorbereiden van, danwel het leveren van een bijdrage aan, de besluitvorming in (interdepartementale) coördinatiecommissies en (ad hoc) (interdepartementale) overlegstructuren op het beleidsterrein burgerluchtvaart waarvan de Minister het secretariaat voert
Periode: 1945–
Product: Adviezen, instructies, verslagen
Opmerking: Met ‘de Minister’ wordt hier de Minister van V&W bedoeld.
Waardering: B 5
462.
Handeling: Het voorbereiden van, danwel het leveren van een bijdrage aan, de besluitvorming van advies- en overlegcommissies waarvan het voorzitterschap en/of het secretariaat niet bij de Minister berust.
Periode: 1945–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Opmerking: Met ‘de Minister’ wordt hier de Minister van V&W bedoeld.
Waardering: V 5 jaar
Departementaal overleg
463.
Handeling: Het voorbereiden van, danwel het leveren van een bijdrage aan, de besluitvorming in interne overlegstructuren op het beleidsterrein burgerluchtvaart en het opstellen van een verslag van het overleg
Periode: 1945–
Product: verslagen, notulen, instructie
Opmerking: Het gaat om zowel structureel (afdelingsoverleg, SGDG-beraad, DG-beraad) als ad hoc overleg.
Bron: interviews (en dossiers van deze overleggen)
Waardering: Verslagen SGDG-beraad, DG-beraad: B 5
Overig: V 10 jaar
Overleg met lagere overheden
464.
Handeling: Het voeren van (periodiek terugkerend) overleg met lagere overheden aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Onder deze handeling valt ook de voorontwerpaanwijzing van luchtvaartterreinen (aanwijzingsprocedure).
Waardering: B 5
Overleg met maatschappelijke vertegenwoordigingen
465.
Handeling: Het consulteren van maatschappelijke vertegenwoordigingen en/of het bedrijfsleven ten aanzien van onderwerpen op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product: verslagen
Bron: Interviews
Opmerking: Door samen te werken met het bedrijfsleven probeert de Minister bijvoorbeeld de doorvoer- en exportfunctie van de Nederlandse luchtvaart te bevorderen.
Waardering: B 5
Internationaal niveau
Beleidsvorming
1
Handeling: Het formuleren en evalueren van het internationale beleid op luchtvaartgebied in het algemeen, dan wel het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van internationaal beleid met een V&W-breed belang
Periode: 1945–
Opmerking: Departementale coördinatie vindt plaats in de COIB (Cordinatie Internationale Betrekkingen) en de DOE (Departementaal Overleg Europa)
Waardering: B 1
Wet- en regelgeving
466.
Handeling: Het voorbereiden, evalueren, wijzigen en intrekken van internationale wet- en regelgeving op het terrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: B 1
467.
Handeling: Het voorbereiden, evalueren en wijzigen van Europese wet- en regelgeving op het terrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: B 1
Overeenkomsten en verdragen
468.
Handeling: Het meewerken aan de totstandbrenging, de ratificatie, de wijziging, de verlenging, de uitvoering en de intrekking van bilaterale en multilaterale verdragen en overeenkomsten op het gebied van de burgerluchtvaart, alsmede de voorbereiding van de Nederlandse toetreding tot deze verdragen
Periode: 1929–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: B 1
469.
Handeling: Het kennisnemen van luchtvaartovereenkomsten waarbij Nederland geen partij is
Periode: 1945–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: V 5 jaar
Deelname aan van internationaal overleg
Internationaal overleg
470.
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van standpunten aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart in het kader van deelname aan internationaal overleg
Periode: 1945–
Producten: o.a. verslagen, agenda’s, notulen, fiches
Opmerking: Bijvoorbeeld het vooroverleg voor de United Nations Committee of Experts on the Transport of Dangerous Goods (UNCOE), een expertcomité van de VN, gevestigd te Genève; het vooroverleg in het kader van internationale conferenties (ICAO, ECAC) over terrorisme; deelname aan overleg van de ECAC, ICAO en de Verenigde Naties.
Onder deze handeling wordt ook deelname aan internationale conferenties verstaan, zoals de Wereld Administratieve Radioconferenties bijeengeroepen door de Internationale Telecommunicatie Unie. Voor deelname aan congressen en symposia (ten behoeve van het vergaren informatie en kennisontwikkeling), zie handeling
Waardering: B 5
Europese Unie
471.
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van standpunten aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart in het kader van deelname aan overleg op Europees niveau
Periode: 1945–
Producten: o.a. verslagen, agenda’s, notulen, fiches
Waardering: B 5
Koninkrijksrelaties
2
Handeling: Het voeren van overleg met de overige Koninkrijksdelen over het behoud van een goede luchtvervoers- relatie tussen de Rijksdelen en over de eenheid van beleid naar derden (EG) toe
Periode: 1945–
Waardering: B 5
8.1.2. VERANTWOORDING
Verslagen
472.
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Bewaring op het hoogste niveau betekent dat kwartaalverslagen alleen worden bewaard als er geen jaarverslagen zijn, en maandverslagen alleen als er geen jaar- en kwartaalverslagen zijn, etcetera.
Waardering: Verslagen op het hoogste niveau: B 3
Verslagen op onderliggend niveau: V 2 jaar
Voorlichting
473.
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van leden of commissies uit de kamers der Staten-Generaal inzake het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1929–
Waardering: B 3
474.
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product: Burgerbrieven
Waardering: V 3 jaar
528.
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: Eindproduct: B 5
Overige neerslag: V 5 jaar
Beroeps- en bezwaarschriften
475.
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: AROB-zaken die tot bijstelling van het beleid hebben geleid: B 5
Overige neerslag: V 10 jaar
529.
Handeling: Het informeren van de Commissie voor de Verzoekschriften en andere tot onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende (burger-)luchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: B 3
8.1.3. UITVOERING
Nationaal niveau
Algemeen
Organisatiewijzigingen
476.
Handeling: Het deelnemen aan de oprichting en het (toezicht op het) bestuur van externe, zelfstandige organisaties en instellingen werkzaam op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product:: Instellingsbesluiten, rapporten
Opmerking: Het betreft bijvoorbeeld de onderzoeks- en ontwikkelingsinstellingen op het terrein van de lucht- en ruimtevaart, die niet zijn aan te merken als rijksoverheidsorganen. Zij hebben geen publiekrechtelijke grondslag, noch oefenen zij publiekrechtelijke bevoegdheden uit. De bedoelde instellingen zijn:
– het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR);
– het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Geneeskundig Centrum (NLRGC);
– het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling
Waardering: B 5
Subsidies en financiële bijdragen
Handeling: Het verstrekken (en terugvorderen) van subsidies/premies/investeringsbijdragen
aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: De Minister verschaft subsidies op de volgende gebieden:
V: subsidie voor de bouw van nieuwe woningen in de nabijheid van luchtvaartterreinen; bijdragen in de algemene investeringen en bedrijfskosten van het Agentschap van Eurocontrol; in de financiering van de exploitatietekorten van de gemeentelijke luchthaven Rotterdam.
Waardering: B5 voor onderwerpen zoals bijvoorbeeld:
– subsidies voor gezaghebbende, wetenschappelijke organisaties werkzaam op het beleidsterrein burgerluchtvaart, bijvoorbeeld:
a) Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL);
b) NIV(R);
c) Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), tot 1960 Nationaal Luchtvaart Laboratorium (NLL);
– investeringssubsidies en -garanties t.b.v. de ontwikkeling nationale en regionale luchthavens, bijvoorbeeld:
a) ontwikkeling infrastructuur rondom luchthavens;
b) compenseren van tekorten wegens vrijstelling van heffingsbetaling en van exploitatietekorten op de regionale velden
V, 7 jaar voor onderwerpen zoals bijvoorbeeld:
– subsidie voor de bouw van nieuwe woningen in de nabijheid van luchtvaartterreinen
– bijdragen aan bedrijfsvoering niet-wetenschappelijke en overheidsorganisaties werkzaam op het beleidsterrein burgerluchtvaart, bijvoorbeeld:
a) de algemene investeringen en bedrijfskosten van het Agentschap van Eurocontrol;
b) bijdragen in de financiering van de exploitatietekorten van de gemeentelijke luchthaven Rotterdam
(Advies-) Commissies en werkgroepen
479.
Handeling: Het instellen, samenstellen en opheffen van commissies en (inter)departementale werkgroepen e.d. op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product: o.a. instellingsbesluit
Waardering: B 4 instellingsbesluit, V 5 jaar overige neerslag
480.
Handeling: Het benoemen van leden van adviescommissies, werkgroepen e.d. ten aanzien van het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling gaat ook over plaatsvervangende leden, secretaris en adjunct-secretaris.
Waardering: na administratieve afhandeling ontslag: V 7 jaar
Projecten
482.
Handeling: Het initiëren, begeleiden en evalueren van projecten betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Voorbeelden van projecten zijn: project Causaal Model Luchtvaart (2005), projectorganisatie Regionale Luchthaven Strategie (RELUS), saneringsprojecten (sanering woningen in verband met geluidshinder Schiphol, 1991), proefproject met geluidsschermen voor woningen (o.a. Leeuwarden)
Waardering: Plan van aanpak en de evaluatie: B 5
Overige neerslag: V 5 jaar na evaluatie van het project
Vergunningen, certificaten, bewijzen, ontheffingen
23
Handeling: Het machtigen van besturen van landelijke, rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen die de bevordering van de luchtvaart ten doel hebben, tot afgifte van bewijzen van geschiktheid
Periode: 1929–1958.
Waardering: B 5
485
Handeling: Het verlenen, wijzigen en intrekken van vergunningen, certificaten, bewijzen, ontheffingen, erkenningen en vrijstellingen op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1929–
Product: correspondentie, vergunningen, certificaten, bewijzen
Opmerking: Onder deze handeling valt ook het instemmen met door de Minister van Economische Zaken te verlenen vergunningen ingevolge artikel 40, derde lid, van het Mijnreglement continentaal plat voor het gebruik van het helikopterdek van mijnbouwinstallaties
Waar ‘vergunningen’ staat kan ook certificaten, bewijzen, ontheffingen, erkenningen of vrijstellingen gelezen worden
Waardering: Wordt uitgesplitst per categorie:
Vergunningen etc. betreffende Luchtvaarttechnische bedrijven: | Waardering |
---|---|
Persoonsvergunningen | V 10 jaar na intrekken |
Productvergunningen, zoals: | |
Vergunningen voor luchtvaartuigen (voor register zie handeling 487) | V 30 jaar na intrekken |
Vergunningen voor luchtvaartuigenontwerpen | – B voor certificaten van Nederlandse ontwerpen, die niet door de EASA zijn uitgegeven – Overige neerslag: V 30 jaar na intrekken |
Bedrijfsvergunningen, zoals: | |
Onderhoudsbedrijven | V 10 jaar na intrekken |
Opleidingsbedrijven | V 10 jaar na intrekken |
Onderhoudsmanagementbedrijven | V 10 jaar na intrekken |
Productiebedrijven | V 10 jaar na intrekken |
Ontwerpbedrijven | V 10 jaar na intrekken |
Geluidmeetbedrijven | V 10 jaar na intrekken |
Vergunningen etc. betreffende Luchtvaart en Luchtruim: | |
Luchthavens, zoals: | |
Aanleg luchtvaartterreinen en helihavens | V 10 jaar na intrekken (zie ook handeling 215, 216) |
Erkenning vervoer gevaarlijke stoffen | V 10 jaar na intrekken |
Parajumping, laagvliegen | V 10 jaar na intrekken |
Gebruik van luchtvaartterreinen voor commercieel of militair vervoer | V 10 jaar na intrekken |
Luchtruim, zoals: | |
Luchtruimsluiting | V 10 jaar na intrekken |
Bijzonder luchtverkeersgebied | V 10 jaar na intrekken |
Goedkeuring luchtruimgebieden, -routes | V 10 jaar na intrekken |
Paraspringgebieden | V 10 jaar na intrekken |
Laagvliegen | V 10 jaar na intrekken |
Radiogebruik | V 10 jaar na intrekken |
Verkeer op of in de nabijheid luchtvaartterrein | V 10 jaar na intrekken |
Luchtvaartnavigatie dienstverleners | V 10 jaar na intrekken |
Vergunningen etc. betreffende Luchtvaartoperationele bedrijven, zoals: | |
Medische verklaringen en autorisaties | V 10 jaar na intrekken |
Kwalificatie van opleidings- en trainingsinstellingen en trainingsmiddelen (flightsimulators) | V 10 jaar na intrekken |
(Nationale) luchtvaartmaatschappijen | V 10 jaar na intrekken |
Verlenen van ontheffingen van de Luchtvaartwetgeving (vervoer eigen bedrijf en Air Traffic Coordination buitenlandse maatschappijen) | V 10 jaar na intrekken |
Houden van/ deelnemen aan luchtvaartvertoning of luchtvaartwedstrijd | V 10 jaar na intrekken |
Opsporing
411
Handeling: Het voorkomen en opsporen van strafbare feiten gepleegd op burgerluchtvaartterreinen gelegen in gemeenten met Rijkspolitie of op aangewezen burgerluchtvaartterreinen in gemeenten met gemeentepolitie, of op/met burgerluchtvaartuigen binnen het rijk
Periode: 1929–
Opmerking: Onder deze handeling valt ook het nemen van administratiefrechterlijke maatregelen tegen overtredingen
Waardering: B5 voor neerslag die geleid heeft tot een proces
V 10 jaar overige neerslag
Registers
487.
Handeling: Het beheren en onderhouden van (registratie)systemen aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Het gaat om bijvoorbeeld het luchtvaartuigenregister.
Deze handeling omvat ook de afgifte van verklaringen die de aanvrager van een teboekstelling t.b.v. van Nederlands geregistreerde luchtvaartuigen in het openbaar register te ’s-Gravenhage moet overleggen aan de Bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen te (tot 1971) ’s-Gravenhage.
Voor neerslag betreffende vergunningen, zie handeling 485
Waardering: Registerbladen: B 5
Na vervallen verklaring aanvrager: V 5 jaar
Congressen en symposia
488.
Handeling: Het voorbereiden van, deelnemen aan en rapporteren over congressen, symposia en workshops op het gebied van de burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Product: correspondentie, verslagen, notulen, folders, flyers, rapporten
Opmerking: Deze handeling betreft het deelnemen aan congressen en symposia ten behoeve van kennisontwikkeling. Voor internationale congressen ten behoeve van beleidsvorming en de totstandkoming van verdragen, zie handeling 450.
Bron: gegevens Centrale Archiefselectiedienst (CAS)
Waardering: Indien het Ministerie van V&W de conferentie zelf heeft georganiseerd: B 5
Indien een ander departement of organisatie verantwoordelijk was voor de organisatie: V 5 jaar
Instrumenten
489.
Handeling: Het mede ontwikkelen, vaststellen en gebruiken van instrumenten aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: Eindproducten: B 5
Overige neerslag: V 5 jaar
Benoemingen
490.
Handeling: Het aanwijzen van personeel om een toezicht- of bestuursfunctie te vervullen op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: (1937) 1945–
Opmerking: Hieronder valt ook het aanwijzen van havenmeesters, luchtvaartattaches, ambtenaren en personen belast met de opsporing van strafbaar gestelde feiten; coördinatoren voor luchtvaartterreinen.
Voor de bewaring van bepaalde dossiers is een aparte handeling in het BSD P-direct geformuleerd. Deze handeling, nummer 27, betreft dossiers van ambtenaren die voor het werkterrein van het betrokken departement of enig andere gebied van bijzondere betekenis zijn geweest, of waarvan de stukken voor het inzicht in de ontwikkeling van een functie en de organisatie van bijzonder belang wordt geacht en daarom blijvend bewaard worden. Aan de hand van de bij de handeling beschreven criteria kan worden beoordeeld welke dossiers voor bewaring moeten worden aangewezen.
Op het beleidsterrein burgerluchtvaart worden de benoemingen van de leden van de Raad van Toezicht, het bestuur van de LVB-organisatie en de Raad voor de Luchtvaart bewaard.
Waardering: Na administratieve afhandeling ontslag: V 7 jaar
8.1.4. Specifiek
Taakgebied veiligheid in de luchtvaart
Aanwijzing van luchtvaartuigen
16.
Handeling: Het aanwijzen van toestellen die als luchtvaartuig in de zin van art. 1 onder b van de LVW 1958 aan te merken zijn.
Periode: 1958–
Grondslag: art. 1 onder b van de LVW 1958
Luchtverkeersdienstverlening
Organisatie en middelen
130
Handeling: Het (doen) verwerven, installeren en vervangen van technische installaties en systemen voor de telecommunicatie en radionavigatie
Periode: 1945–1992
Waardering: V 10 jaar na vervanging
131
Handeling: Het onderhouden van technische installaties en systemen voor de telecommunicatie en radionavigatie
Periode: 1945–1992
Opmerking: zie VL-RLD 22
Waardering: Na goedkeuring van de rekening: V 10 jaar
134
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten (‘letters of agreement’) met de bevoegde luchtvaartautoriteiten in aangrenzende staten over de uitoefening van taken m.b.t. de luchtverkeersdienstverlening in elkanders luchtruim
Periode: 1959–1992
Opmerking: Bijvoorbeeld ‘letters of agreement’ over de uitoefening door Eurocontrol van luchtverkeersdienstverlening in het hogere luchtruim.
Waardering: B 5
136
Handeling: Het (doen) treffen van coördinatieregelingen met de burgerlijke en militaire luchtvaartautoriteiten over de uitvoering van taken m.b.t. de luchtverkeersdienstverlening
Periode: ca. 1970–1992
Waardering: B 5
137
Handeling: Het treffen van coördinatieregelingen met de exploitant of gebruiker(s) van een niet-gecontroleerd luchtvaartterrein over de begeleiding van VFR-vluchten
Periode: 1945–1992
Opmerking: Een VFR-vlucht is een vlucht waarbij de vlieger met behulp van herkenningspunten op de grond navigeert. Het zicht is het belangrijkste.
Waardering: B 5
Verkeersleiding
143
Handeling: Het geven van verkeersleiding aan de bestuurders van luchtvaartuigen
Periode: 1937–1992
Opmerking: documenten: vliegplans, strips
Waardering: V 3 jaar
Informatieverstrekking
147
Handeling: Het vervaardigen en verspreiden van luchtvaartpublicaties en -kaarten
Periode: 1951–1992
Waardering: Een exemplaar publicaties en kaarten: B5
Overige neerslag: V 10 jaar
148
Handeling: Het verstrekken van vluchtinformatie, waaronder luchtvaartmeteorologische inlichtingen, aan luchtvarenden
Periode: 1929–1992
Opmerking: gebeurt radiotelefonisch
Waardering: V 5 jaar
149
Handeling: Het verstrekken van luchtvaartinlichtingen vóór de vlucht
Periode: 1929–1992
Waardering: V 3 maanden
150
Handeling: Het mogelijk opdragen van de uitvoering van taken op het gebied van de vluchtinformatieverstrekking en alarmering aan de exploitant van een luchtvaartterrein
Periode: 1959–1992
Product: besluiten, correspondentie
Waardering: V 10 jaar
170
Handeling: Het informeren van justitiële instanties over de opsporing en vervolging van delicten
Periode: 1930–1994
Waardering: Na kennisgeving: V 5 jaar
Alarmering en hulpverlening
85
Handeling: Het behandelen van kennisgevingen en eventuele rapportage door de gezagvoerder van a) omstandigheden die de luchtvaart in gevaar (kunnen) brengen, b) door de noodtoestand gedicteerde afwijkingen van de plaatselijke voorschriften, c) gevallen van wederrechtelijke inmenging in de vluchtuitvoering
Periode: 1959–
Waardering: B 5
151
Handeling: Het verzorgen van alarmering
Periode: 1959–1992
Opmerking: gebeurt radiotelefonisch
Waardering: V 5 jaar
152
Handeling: Het nemen van maatregelen bij wederrechtelijke inmenging en onderschepping van luchtvaartuigen
Periode: 1959–1992
Opmerking: gebeurt radiotelefonisch
Waardering: V 5 jaar
110
Handeling: Het kennis nemen van meldingen door de luchtvaartmaatschappij van voorvallen en ongevallen met gevaarlijke stoffen
Periode: 1988–
Waardering: V 10 jaar
Milieueisen voor luchthavens
492
Handeling: Het vaststellen van de eisen op milieugebied voor luchthavens
Periode: 2003–
Bron: Jaarplan programma Luchthavens i.o. 2005
Waardering: B 5
Taakgebied vervoer
Luchtvaarteconomie
493.
Handeling: Het stimuleren van de ontwikkeling van de Nederlandse vliegtuigindustrie
Periode: 1929–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: B 5
494.
Handeling: Het aanvragen van en bemiddelen bij toewijzing van deviezen ten behoeve van de invoer van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen.
Periode: 1945–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: V 10 jaar
495.
Handeling: Het bemiddelen bij aanvragen voor concessies en exploitatievergunningen door Nederlandse luchtvaartmaatschappijen bij buitenlandse luchtvaartautoriteiten
Periode: 1945–
Bron: gegevens Centrale Archiefselectiedienst (CAS)
Waardering: V 5 jaar
Chartervervoer
201.
Handeling: Het kennis nemen van het uitvoeren van bepaalde categorieën commerciële vluchten door niet-Nederlandse luchtvaartmaatschappijen die gevestigd zijn in staten aangesloten bij de Multilaterale Overeenkomst inzake commerciële rechten voor niet-geregelde luchtdiensten binnen Europa
Periode: 1958–
Waardering: Na kennisneming: V 1 jaar
Steunverlening aan luchtvaartmaatschappijen (KLM)
205
Handeling: Het deelnemen in het kapitaal, het verstrekken van garanties en leningen, in overleg met de Minister van Financiën
Periode: 1946–
Waardering: V 10 jaar na afloop garantie en leningsovereenkomsten
206
Handeling: Het uitvoeren van de overeenkomst tussen rijk en KLM
Periode: 1946–
Opmerking: De financiële verhouding met de KLM wordt telkenmale in een bij wet bekrachtigde overeenkomst vastgelegd. Voor verdere informatie: zie RIO
Waardering: B5 overeenkomst
V 15 jaar overige neerslag
207
Handeling: Het namens het rijk verrichten van handelingen e.d. verband houdende met het houderschap van (prioriteits-)aandelen en het vervullen van een commissariaat
Periode: 1946–
Waardering: B 5
Exploitatie regeringsvliegdienst/-vliegtuig
208
Handeling: Het exploiteren van de Regeringsvliegdienst van de binnenlandse luchtverbinding tussen het westen en Groningen, Twente en Limburg
Periode: 1945–1946
Waardering: V 5 jaar
209
Handeling: Het onderhouden en exploiteren van het regeringsvliegtuig
Periode: 1946–
Waardering: V 50 jaar
De ontwikkeling van de infrastructuur
Planvorming
215
Handeling: Het toetsen van landelijke, provinciale en gemeentelijke ruimtelijke ordeningsplannen vanuit het luchtvaartbelang
Periode: ca. 1960–
Product: onderzoeken, standpunten
Waardering: B5 eindproduct,
V 10 jaar overige neerslag
216
Handeling: Het mede ontwikkelen van projectplannen voor de aanleg, uitbreiding e.d. van (inter)nationale en regionale luchthavens
Periode: 1945–
Waardering: B 5
De aanwijzingsprocedure
225
Handeling: Het op basis van het advies van de Hoorcommissie en in overleg met de Minister van VROM vaststellen en bekend maken van de aanwijzing, sedert 1978 in overeenstemming met de Minister van VROM
Periode: 1936–
Waardering: B 5
496.
Handeling: Het aanwijzen van gecoördineerde luchtvaartterreinen
Periode: 1997–
Grondslag: Besluit slotallocatie, zoals gewijzigd bij besluit van 3 november 1998, Stb. 1998 nr. 643, art. 2
Opmerking: * De wet maakt onderscheid tussen gecoördineerde en volledig gecoördineerde luchtvaartterreinen. Een gecoördineerd luchtvaartterreinen beschikt over een coördinator. Een volledig gecoördineerd luchtvaartterrein mag bovendien alleen luchtvaartmaatschappijen toelaten die over een door de coördinator toegewezen ‘slot’ beschikken.
* Deze handeling omvat ook het schorsen, intrekken e.d. van een aanwijzing.
Waardering: B 5
Zonering, sanering e.a. maatregelen tegen geluidshinder
231.
Handeling: Het vaststellen van geluidszones bij luchtvaartterreinen
Periode: 1978–
Waardering: B 5
235.
Handeling: Het heffen van een geluidsheffing op burgerluchtvaartuigen ter vergoeding van door het rijk gemaakte kosten bij de bestrijding van geluidshinder
Periode: 1984–
Opmerking: zie CVL-LI 10
Waardering: Na verrekening met de exploitant van een luchtvaart-terrein: V 1 jaar
236.
Handeling: Het, in overleg met de Minister van VROM, plannen van aard, omvang en kosten (globale isolatieplannen) en toezien op de uitvoering van de sanering van woningen binnen de geluidszone, na overleg met provincie en gemeente(n)
Periode: 1978–
Product: – Regeling geluidwerende voorzieningen, Stcrt. 100 (1983) (ingetrokken begin 1997, Stcrt. 47 (1997); – Regeling geluidwerende voorzieningen 1997, Stcrt. 47 (1997)
Waardering: B 5
240.
Handeling: Het handhaven van de voorschriften m.b.t. de voorkoming van de overschrijding van de grenswaarde van de geluidsbelasting buiten de geluidszone
Periode: 1978–
Waardering: Rapportages, zoals bedrijfsinterne milieurapportages (BIM’s), rapporten NLR, kwartaalrapporten LI/Bureau geluidsbewaking: B 3
Overige neerslag na afdoening van klacht/nemen van maatregelen: V 5 jaar
498.
Handeling: Het in overeenstemming met de Minister van VROM vaststellen van gebruiksplannen voor burgerluchtvaartterreinen
Periode: 1994–
Grondslag: LVW, zoals gewijzigd bij de wet van 7 juli 1994, Stb. 1994, 601, art. 30b, lid 3; Memorie van Antwoord bij art. 30b
Opmerking: Hieronder valt ook de wijziging van deze plannen. Voor de terreinen in kwestie zijn grenswaarden voor geluidsbelasting vastgesteld. Het gebruiksplan is bedoeld als preventief handhavinginstrument.
Waardering: B5 eindproduct, V 10 jaar overige neerslag
De exploitatie van de infrastructuur
265.
Handeling: Het deelnemen aan de oprichting, het aandelenbeheer en (het toezicht op) het bestuur van de naamloze vennootschappen voor luchthavens
Periode: 1947–
Waardering: B 4
Toezicht op de vakbekwaamheid van het luchtvaartpersoneel
Opleiding
499.
Handeling: Het (doen) verzorgen van opleidingen op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Het betreft bijvoorbeeld opleidingen op het gebied van de luchverkeersbeveiliging; organiseren van theoretische en praktische (her-)examens voor de verkrijging van bevoegdheidsbewijzen en verklaringen; opleidingen op luchtvaartgebied aan de Rijksluchtvaartschool (RLS); innen van bijdragen der leerlingen; toezicht houden op organisatie, studieresultaten, examens en nakoming voorschriften; afgeven van diploma’s; verstrekken van voeding, huisvesting, zakgeld, medische verzorging en kleding aan de leerlingen
Waardering: leerprogramma’s: B 5
Financiële stukken: V 7 jaar
Overige neerslag: V 5 jaar
Privatisering Rijksluchtvaartschool
49.
Handeling: Het privatiseren van de Rijksluchtvaartschool per 1 juli 1991 onder de naam van KLM Luchtvaartschool BV (KLS)
Periode: 1989–1996
Waardering: B 5
Aanschaf lestoestellen
47.
Handeling: Het aanschaffen en vervangen van lestoestellen, luchtvaartinstrumenten en vluchtsimulators
Periode: 1946–1991
Waardering: V 10 jaar na vervanging
Toezicht op de vluchtvoorbereiding en uitvoering
EG-lijndienstvluchten
504.
Handeling: Het kennis nemen van EG-lijndienstvluchten;
Periode : 1993–
Waardering: Na afloop geldigheidsduur: V 5 jaar
Toezicht op inrichting en gebruik van luchtvaartterreinen
Inrichting en uitrusting van luchtvaartterreinen
252.
Handeling: Het eventueel tijdelijk sluiten van luchtvaartterreinen wegens veiligheids- of andere redenen
Periode: 1959–
Product: Ministerieel besluit, verordening
Waardering: B 5
253.
Handeling: Het doen treffen van veiligheidsvoorzieningen voor die delen van militaire vliegvelden die uitsluitend voor de burgerluchtvaart worden gebruikt
Periode: 1991–
Opmerking: zie VL-RLD 8,10,11
Waardering: Kwartaalrapportages en goedgekeurde interne regelingen (op het hoogste niveau): B 3
Overig: V 2 jaar
Verbieden van belemmeringen nabij luchthavens
260.
Handeling: Het toekennen van schadevergoeding voor ten behoeve van het rijk opgelegde bouwverboden
Periode: 1929–
Waardering: Na verrekening: V 5 jaar
Medewerking aan defensie
263.
Handeling: Het verlenen van medewerking aan de Minister van Defensie om in buitengewone omstandigheden burgerluchtvaarterreinen te vorderen of burgerluchtvaartpersoneel in te zetten voor de landsverdediging
Periode: 1929–1992
Waardering: B 6
Internationaal niveau
Algemeen
Implementatie internationale regelgeving
505.
Handeling: Het implementeren van internationale regels inzake het beleidsterrein burgerluchtvaart in bestaande of nieuwe regelgeving op nationaal niveau.
Periode: 1945–
Opmerking: ‘Implementeren’ betreft het opnemen van internationale en Europese regels in de lokale/Nederlandse wetgeving betreft. Implementeren heeft wetswijzigingen tot gevolg: hier hangt een beleidstraject aan.
Waardering: B 1
Bilaterale betrekkingen
15.
Handeling: Het verlenen van technische bijstand aan minder ontwikkelde landen
Periode: 1945–
Waardering: Na afronding bijstand: V 10 jaar
De International Civil Aviation Organisation (ICAO)
507.
Handeling: Het voordragen van kandidaten voor deelname aan Trainee Programmes van ICAO
Periode: 1944–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: Na administratieve afhandeling ontslag: V 7 jaar
508.
Handeling: Het bemiddelen bij de opvulling van vacatures bij ICAO
Periode: 1944–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: Na administratieve afhandeling ontslag: V 7 jaar
509.
Handeling: Het verlenen van medewerking aan de uitvoering van het Technical Assistance programma van ICAO:
het verzorgen van stages voor ICAO fellowshipholders.
het uitzenden van Nederlandse experts naar het buitenland
Periode: 1944–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: Na administratieve afhandeling ontslag: V 7 jaar
GATT, OESO en UNCTAD
510.
Handeling: Het op verzoek, samen met de Minister van Buitenlandse Zaken, verlenen van incidentele bijstand en behartigen van belangen van Nederlandse luchtvaartondernemingen in het buitenland.
Periode: 1945–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: V 5 jaar
‘En route’ heffingen Eurocontrol
141.
Handeling: Het uitvoering geven aan de internationale en bilaterale overeenkomst inzake/met Eurocontrol over de inning door Eurocontrol van ‘en route’ heffingen;
Periode: 1971-
Waardering: Na verrekening: V 10 jaar
8.1.5. HANDHAVING: INSPECTIES
512.
Handeling: Het uitvoeren en verslagleggen van (luchtvaart-)inspecties aangaande het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling wordt onder andere door de Inspectie Verkeer en Waterstaat uitgevoerd.
Waardering: Wordt uitgesplitst per categorie:
Inspecties betreffende vergunningen Luchtvaarttechnische bedrijven: | Waardering |
---|---|
Persoonsvergunningen | V 10 jaar na opstellen rapport |
Productvergunningen, zoals: | |
Vergunningen voor luchtvaartuigen (o.a. burgerluchtvaartregister) | V 30 jaar na opstellen rapport |
Vergunningen voor luchtvaartuigenontwerpen | V 30 jaar na opstellen rapport |
Bedrijfsvergunningen, zoals: | |
Onderhoudsbedrijven | V 10 jaar na opstellen rapport |
Opleidingsbedrijven | V 10 jaar na opstellen rapport |
Onderhoudsmanagementbedrijven | V 10 jaar na opstellen rapport |
Productiebedrijven | V 10 jaar na opstellen rapport |
Ontwerpbedrijven | V 10 jaar na opstellen rapport |
Geluidmeetbedrijven | V 10 jaar na opstellen rapport |
Inspecties etc. betreffende Luchtvaart en Luchtruim: | |
Luchthavens, zoals: | B indien inspectie bij grote luchthavens geleid heeft tot sancties |
Aanleg luchtvaartterreinen en helihavens | V 10 jaar na opstellen rapport (zie ook handeling 215, 216) |
Gevaarlijke stoffen | V 10 jaar na opstellen rapport |
Grondafhandeling | V 10 jaar na opstellen rapport |
Lading | V 10 jaar na opstellen rapport |
Luchtruim, zoals: | |
Luchtruimsluiting | V 10 jaar na opstellen rapport |
Bijzonder luchtverkeersgebied | V 10 jaar na opstellen rapport |
Goedkeuring luchtruimgebieden, routes | V 10 jaar na opstellen rapport |
Paraspringgebieden | V 10 jaar na opstellen rapport |
Laagvliegen | V 10 jaar na opstellen rapport |
Radiogebruik | V 10 jaar na opstellen rapport |
Verkeer op of in de nabijheid luchtvaartterrein | V 10 jaar na opstellen rapport |
Inspecties etc. betreffende Luchtvaartoperationele bedrijven, zoals: | |
Vluchtuitoefening | V 10 jaar na opstellen rapport |
Systeem- en procesniveau (luchtvaartmaatschappijen, opleidings- en trainingsinstellingen en simulator operators) | V 10 jaar na opstellen rapport |
Platforminspecties (SAFA, SANA, SAGA, toezicht op buitenlandse en Nederlandse luchtvaart) | V 10 jaar na opstellen rapport |
luchtvaartvertoning of luchtvaartwedstrijd | V 10 jaar na opstellen rapport |
Inspecties op passagiersrechten | V 10 jaar na opstellen rapport |
Verwerking en analysering van voorvallen | V 10 jaar na opstellen rapport |
513.
Handeling: Het opstellen van (meerjarige) inspectieprogramma’s voor inspecties met betrekking tot het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945-
Product: Inspectieprogramma’s
Opmerking: Deze handeling wordt onder andere door de Inspectie Verkeer en Waterstaat uitgevoerd. De Inspectie voert inspecties uit betreffende de volgende onderwerpen: onderhouds-, reparatie- en toeleveringsbedrijven voor de grote luchtvaart(maatschappijen), algemene luchtvaart, helicopters en sportluchtvaart; op de productie van vliegtuigen en vliegtuigonderdelen voor de grote luchtvaart en radiozend- en ontvangapparatuur voor radiocommunicatie in de luchtvaartmobiele banden t.b.v. de zweefvliegsport, ballonnen en ULV’s, het geven van nadere aanwijzingen of voorschriften en/of het doen treffen van nadere voorzieningen
8.2. Actor: Adviescommissie arbeidsomstandigheden boordpersoneel Nederlandse burgerluchtvaart
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1997–
Grondslag: WLV, zoals gewijzigd bij de wet van 26 maart 1997, Stb. 255, art. 2.14, lid 1
Opmerking: Tot 1997 bestond er een Commissie van Advies inzake de arbeidsomstandigheden (tot 1995: werk- en rusttijden), die tot taak had de Minister van Verkeer en Waterstaat te adviseren in alle aangelegenheden met betrekking tot de regels voor de arbeidsomstandigheden inzake verkeersvluchten.
Deze adviescommissie adviseert de Minister van Verkeer en Waterstaat over de uitvoering van beleid en regelgeving met betrekking tot de arbeidsomstandigheden van het boordpersoneel van in Nederland geregistreerde burgerluchtvaartuigen.
Waardering: B 5
8.3. Actor: Adviescommissies en -raden
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: B 5
8.4. Actor: Airmiss-Commissie (AMC), ofwel: Commissie voor het Onderzoeken van Bijna-botsingen tussen burger- en militair Luchtverkeer, ook wel Burger-Militaire Airmisscommissie
314.
Handeling: Het onderzoeken van bijna-botsingen tussen burger- en militair luchtverkeer en het eventueel doen van aanbevelingen, ter verhoging van de verkeersveiligheid in de lucht, aan de DG RLD, de Chef van de Marinestaf en de Chef van de Luchtmachtstaf, in afschrift aan de Commissie Vliegverkeersvoorschriften
Periode: 1960–
Producten: adviezen, aanbevelingen, jaaroverzichten
Waardering: B5 verslagen, V 10 jaar overige neerslag
8.5. Actor: Beleidsgroep Zonering (BGZ)
461.
Handeling: Het voorbereiden van, danwel het leveren van een bijdrage aan, de besluitvorming in (interdepartementale) coördinatiecommissies en (ad hoc) (interdepartementale) overlegstructuren op het beleidsterrein burgerluchtvaart waarvan de Minister het secretariaat voert
Periode: 1978–ca. 1987
Product: Adviezen, instructies, verslagen
Opmerking: De beleidsgroep bereidde interdepartementaal vast te stellen ontwerp-aanwijzingen voor, in het bijzonder zoneringsvoorstellen voor de burger- en militaire luchtvaartterreinen
Met ‘de Minister’ wordt hier de Minister van V&W bedoeld.
Waardering: B 5
8.6. Actor: Commissie belast met de Keuring van Luchtmaterieel
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1937–1945.
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Opmerking: De commissie adviseerde over de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en de deugdelijkheid van onderdelen daarvan
Waardering: B 5
8.7. Actor: Commissie Beleidsadvies Luchthaven Rotterdam
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1986
Opmerking: De commissie adviseerde de vakMinister en het gemeentebestuur van Rotterdam over de ontwikkelingsmogelijkheden van de luchthaven Rotterdam in zijn (boven-)regionale functie en over de investeringsvoorwaarden van de overheid
Waardering: B 5
8.8. Actor: Commissie Burgerluchtvaart in Oorlogstijd (CBO)
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1965–
Opmerking: De CBO adviseert en doet voorstellen over de inschakeling van burgerluchtvaartpersoneel en- materieel in tijden van oorlog(sgevaar) ten dienste van de NAVO/ Koninklijke Luchtmacht. Met vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen wordt onderhandeld over de omvang en de voorwaarden van de inzet.
Waardering: B 6
8.9. Actor: Commissie Onderzoek Toepassing Hefschroefvliegtuig in Burgerluchtvaart
455
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne en externe (wetenschappelijke) studies betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1953–1956
Opmerking: De commissie deed onderzoek naar welke plaats het hefschroefvliegtuig kon innemen in het luchtverkeer in en om Nederland
Waardering: B5 opdracht en eindproduct, V 5 jaar overige neerslag
8.10. Actor: Commissie Onderwijs Rijksluchtvaartschool
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1972–1992
Opmerking: De commissie adviseerde over aanpassingen van het onderwijs van de RLS naar aanleiding van ontwikkelingen in de burgerluchtvaart
Waardering: B 5
8.11. Actor: Commissie teneinde de regering van advies te dienen met betrekking tot den bouw van vliegtuigmaterieel hier te lande (Interdepartementale Commissie van Advies inzake den bouw van Vliegtuigmaterieel hier te lande)
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1939–1945.
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Opmerking: De commissie adviseerde de regering inzake de bouw van vliegtuigmateriaal
Waardering: B 5
8.12. Actor: Commissie ter Voorbereiding van de nodige Wetsvoorstellen ter Bestrijding van Geluidhinder door Vliegtuigen (Juridische Commissie/ Commissie Honig)
461.
Handeling: Het voorbereiden van, danwel het leveren van een bijdrage aan, de besluitvorming in (interdepartementale) coördinatiecommissies en (ad hoc) (interdepartementale) overlegstructuren op het beleidsterrein burgerluchtvaart waarvan de Minister het secretariaat voert
Periode: 1968–1980
Product: Adviezen, instructies, verslagen
Opmerking: De commissie bereidde voorstellen ter bestrijding van de geluidshinder door de vliegtuigen voor.
Met ‘de Minister’ wordt hier de Minister van V&W bedoeld
Waardering: B 5
8.13. Actor: Commissie tot het uitbrengen van Advies in hoeverre Geluidshinder door Vliegtuigen door bouwtechnische Voorzieningen aan Woningen en Gebouwen kan worden verminderd (Bouwtechnische Commissie (Vliegvelden))
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1986–ca. 1978
Opmerking: De commissie adviseerde in hoeverre maatregelen zouden kunnen worden getroffen om door bouwtechnische voorzieningen aan woningen en gebouwen de geluidshinder door vliegtuigen te verminderen
Waardering: B 5
8.14. Actor: Commissie van Aanneming Leerlingen Verkeersvlieger
517
Handeling: Het selecteren van, het volgen van de vorderingen van en adviseren over leerlingen met betrekking tot de opleiding tot verkeersvlieger
Periode: 1949–1992
Waardering: V 5 jaar
8.15. Actor: Commissie van Advies inzake Psychotechnisch onderzoek van Aspirant-verkeersvliegers
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1937–1991
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Opmerking: De commissie adviseerde de Minister van Waterstaat met betrekking tot het psychotechnisch onderzoek van kandidaten voor de Rijksopleiding tot bestuurder van verkeersvliegtuigen
Waardering: V 10 jaar
8.16. Actor: Commissie van Advies inzake de Werk- en Rusttijden van Leden van de Bemanning van Nederlandse Luchtvaartuigen welke Verkeersvluchten uitvoeren (Commissie WRR/ Commissie Werk- en Rusttijden)
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1974–
Opmerking: De commissie adviseert de Minister over alle aangelegenheden m.b.t. de regels voor werk- en rusttijden inzaken verkeersvluchten
Waardering: V 10 jaar
8.17. Actor: (ad hoc) Commissie van Advies met betrekking tot enige zich bij de exploitatie van de Nederlandse weerschepen voordoende vraagstukken
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1948–1949.
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Opmerking: De commissie adviseerde met betrekking tot enige zich bij de exploitatie van de Nederlandse weerschepen voordoende vraagstukken
Waardering: V 10 jaar
8.18. Actor: Commissie van Advies ter Bestudering van de Vraag welke de meest geschikte Vliegtuig- en Simulatortypes zijn ter vervanging van de thans bij de RLS in gebruik zijnde Cessna Citations 500
455
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne en externe (wetenschappelijke) studies betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1983–?
Opmerking: De commissie deed onderzoek naar de meest geschikte vliegtuig- en simulatortypes voor de RLS
Waardering: B5 eindproduct, V 5 jaar overige neerslag
8.19. Actor: Commissie van Advies voor de opleiding tot bestuurder van verkeersvliegtuigen
521
Handeling: Het houden van het algemeen toezicht op en het adviseren van de regering over de opleiding tot bestuurder van verkeersvliegtuigen (aan de Kweekschool voor de Zeevaart);
Periode: 1931–1937
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: B 5
8.20. Actor: Commissie voor Sterktevoorschriften voor Burgerluchtvaartuigen
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1955–1976
Opmerking: De commissie adviseerde de Minister betreffende (voorschriften over) sterkte en flutter van burgervliegtuigen
Waardering: V 5 jaar
455
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne en externe (wetenschappelijke) studies betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1953–1956
Waardering: B5 eindproduct, V 5 jaar overige neerslag
458.
Handeling: Het begeleiden van intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Waardering: V 5 jaar
8.21. Actor: Contactcommissie tussen de N.V. Koninklijke Luchtvaart Maatschappij en de N.V. Nederlandsche Vliegtuigenfabriek Fokker
525
Handeling: Het bemiddelen tussen KLM en Fokker teneinde de bouw van door de KLM benodigde verkeersvliegtuigen in Nederland te laten plaatsvinden;
Periode: 1939–
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: B 5
8.22. Actor: Examencommissies/ (van 1959 tot 1978:) examinatoren voor de burgerluchtvaart
274
Handeling: Het afnemen van examens ter verkrijging van bewijzen van bevoegdheid en/of bevoegdheidverklaringen voor het bedienen of luchtwaardig houden van luchtvaartuigen
Periode: 1956–
Opmerking: De commissies/ examinatoren rapporteren aan de Minister over het examen .
De secretaris is een ambtenaar van V&W.
Waardering: V 3 jaar na afnemen examen
8.23. Actor: Facilitatie Commissie voor de Luchtvaart (per 1990: Luchtvervoer) (FAL Commissie)
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1949–
Opmerking: De commissie adviseert over in Nederland te treffen voorzieningen die moeten bevorderen dat het internationale vliegverkeer zo weinig mogelijk belemmeringen en hinderlijke formaliteiten in de weg worden gelegd. Ook adviseert zij over de Nederlandse standpuntbepaling t.a.v. de nationale bijdrage aan het internationale overleg (ICAO en EG/ECAC) over de vergemakkelijking van het internationale luchtvervoer
Waardering: B 5
518
Handeling: Het coördineren van te treffen voorzieningen op het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1949–
Opmerking: De commissie coördineert van in Nederland te treffen voorzieningen die moeten bevorderen dat het internationale vliegverkeer zo weinig mogelijk belemmeringen en hinderlijke formaliteiten in de weg worden gelegd
Waardering: V 10 jaar
8.24. Actor: Interdepartementale Adviescommissie inzake de Vliegtuigindustrie (zg. Industriecommissie)
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1947–1975
Opmerking: De commissie adviseerde over de bevordering van de vliegtuigindustrie.
Waardering: B 5
8.25. Actor: Locale Projectgroep Schiphol
461.
Handeling: Het voorbereiden van, danwel het leveren van een bijdrage aan, de besluitvorming in (interdepartementale) coördinatiecommissies en (ad hoc) (interdepartementale) overlegstructuren op het beleidsterrein burgerluchtvaart waarvan de Minister het secretariaat voert
Periode: 1981–ca. 1985
Product: Adviezen, instructies, verslagen
Opmerking: De projectgroep bereidde de besluitvorming in de Centrale Projectgroep voor door het inventariseren van de planologische situatie en de voor de zonering maatgevende milieuhygiënische situatie rond het luchtvaartterrein, en door het opstellen en het aan de Centrale Projectgroep voorleggen van een voorontwerp-aanwijzing van een luchtvaartterrein
Met ‘de Minister’ wordt hier de Minister van V&W bedoeld.
Waardering: B 5
8.26. Actor: Nederlandse leden van de Legal Committee van de International Civil Aviation Organisation
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1947–
Opmerking: De Nederlandse leden van de Legal Committee van de International Civil Aviation Organisation overleggen en brengen advies uit over internationale regelingen, o.a. met betrekking tot de nationale wetgeving
Waardering: B 5
8.27. Actor: Overlegorgaan voor de Industrie
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: ca. 1990–
Bron: J.K.M. van Gorkom (Luchtvaartinspectie)
Opmerking: Onder voorzitterschap van de directeur van de Luchtvaartinspectie voert het Orgaan overleg met de luchtvaartinspectie en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven over veiligheid en luchtvaarttechniek.
Waardering: B 5
8.28. Actor: (Vooronderzoeker) Raad voor de Luchtvaart; (vanaf 1999:) Raad voor de Transportveiligheid
410
Handeling: Het instellen van onderzoeken bij luchtvaartongevallen
Periode: 1937–2005
Opmerking: De vooronderzoeker/ Raad deed (voor)onderzoek naar en rapporteerde over (vermoedelijke) oorzaken van ongevallen of incidenten met Nederlandse burgervliegtuigen of met buitenlandse luchtvaartuigen boven Nederlands grondgebied
Waardering: B 5 eindproduct, V 5 jaar overige neerslag
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1937– 2005
Opmerking: De Raad deed aanbevelingen in het belang van de vliegveiligheid.
Waardering: B 5
307.
Handeling: Het vaststellen van nadere regels omtrent zijn werkwijze
Periode: 1993–2005
Waardering: V 10 jaar
308.
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Vooronderzoeker
Periode: 1993–2005
Waardering: V 10 jaar
311.
Handeling: Het onderzoeken van de (on)geschiktheid of (on)schuldigheid van een bemanningslid en het nemen van eventuele disciplinaire straffen
Periode: 1937–1992
Waardering: V 5 jaar
313.
Handeling: Het meewerken aan onderzoek naar ongevallen en incidenten in het buitenland
Periode: 1993–2005
Waardering: V 10 jaar
8.29. Actor: Stuurgroep en Projectbureau PMMS
332.
Handeling: Het sturen en coördineren van de besluitvorming(sprocedures) bij het uitvoeren van het plan van aanpak Schiphol en omgeving (PASO)
Periode: 1989–
Waardering: V 10 jaar
8.30. Actor: Vaste Commissie van Deskundigen inzake problemen betreffende de dienstplicht van Oud-leerlingen der Rijksluchtvaartschool
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1950–1960.
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Opmerking: De commissie adviseerde omtrent rekrutering/werving van leerlingen verkeersvliegers en leerlingen militaire vlieger, de verdeling tussen deze categorieën, beperking van de uitval tijdens de opleiding en de vervulling van de dienstplicht door oud-leerlingen
Waardering: B 5
8.31. Actor: Voorlopige Raad van Toezicht Luchtverkeersbeveiliging
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1947–1975
Opmerking: De commissie adviseerde de Minister van V&W over de inrichting van de LVB-organisatie, het financieel beheer, de verhouding met de overheid en met derden, etc..
Waardering: V 10 jaar
8.32. Actor: Voorlopige Raad voor Verkeer en Waterstaat
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1986–
Opmerking: De werkgroep adviseert over de hoofdlijnen en onderdelen van het beleid inzake verkeer en waterstaat, waaronder luchtvaartaangelegenheden
Waardering: B 5
8.33. Actor: Werkgroep Nederlandse Vliegtuigindustrie (Commissie ad hoc welke in opdracht van de Ministerraad een rapport dienst op te stellen inzake de Nederlandse Luchtvaartindustrie)
524
Handeling: Het opstellen van een rapport inzake de Nederlandse luchtvaartindustrie t.b.v. de Ministerraad;
Periode: 1959–1962
Bron: Gegevens Centrale Archiefselectiedienst Winschoten
Waardering: B 5 rapport, V 5 jaar overige neerslag
8.34. Actor: Werkgroep ter Voorkoming van Aanvaringen tussen Vogels en Civiele Luchtvaartuigen
516
Handeling: Het adviseren van de verantwoordelijke Minister(s) betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1986–ca. 1978
Opmerking: De werkgroep adviseert over maatregelen ter vermindering van gevaar van aanvaringen
Waardering: B 5
455.
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne (wetenschappelijke) studies betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: De werkgroep verricht studies ter vermindering van de kans op en de risico’s van vogelaanvaringen
Waardering: Opdrachtverstrekking en eindproduct: B 5
Overige neerslag: V 5 jaar
456.
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: De werkgroep verzamelt, analyseert en maakt gegevens bekend over vogelaanvaringen
Waardering: V 5 jaar
457.
Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1945–
Opmerking: De werkgroep laat studies verrichten ter vermindering van de kans op en de risico’s van vogelaanvaringen
Waardering: V 7 jaar
458.
Handeling: Het begeleiden van intern of extern (wetenschappelijk) onderzoek betreffende het beleidsterrein burgerluchtvaart
Periode: 1978–
Opmerking: De werkgroep laat studies verrichten ter vermindering van de kans op en de risico’s van vogelaanvaringen
Waardering: V 5 jaar
519
Handeling: Het bevorderen en coördineren van activiteiten ter vermindering van de kans op en de risico’s van vogelaanvaringen
Periode: 1978–
Waardering: V 10 jaar